Education system must change
Iedere week krijgen de lezers van de krant Saturday Nation de gelegenheid om vragen te stellen aan een belangrijke persoon die het nieuws haalt. Deze week countert prof. James Ole Kiyiapi, de permanente secretaris van het ministerie van onderwijs, de vragen van de lezers.
Volgens Kiyiapi moet het onderwijssysteem veranderen. Het 8-4-4 systeem moet aangepast worden aan de nieuwe technologieën en aan de noden van de moderne wereld. De werkgroep van het Ministerie stelt vast dat twee jaar kleuteronderwijs en acht jaar lagere school te lang is, het is de oorzaak van de massale uitval. Daarnaast ijvert de werkgroep ook voor verplicht kleuteronderwijs met schoolgeld.
Prof. Kiyiapi begrijpt niet waarom de meeste leerkrachten tegen de hervorming zijn. Volgens de voorzitter van de KNUTT (Kenya National Union of Teachers) willen de leerkrachten gewoon betrokken worden in de beslissing. Nochtans zijn ze vertegenwoordigd in de werkgroep van experts. Sommigen maken zich zorgen over de kostprijs van de geplande hervorming. Prof Kiyiapi stelt duidelijk dat het financiële aspect hier geen punt van discussie is. Als men alle leerkrachten te werk stelt, en aan de gestelde eisen van bijzonder onderwijs voldoet, de financiële overheidssteun per kind in de lagere school tot 3,000 Ksh en in de middelbare school tot 20,000 Ksh verhoogt, de correcte verhouding tussen leerkrachten- en aantal leerlingenaantal respecteert, de infrastructuurvereisten naleeft en het onderwijs in alle lagen verplicht maakt, dan kan 8-4-4 zelfs duurder zijn. Volgens de prof is men gewoon geraakt aan middelmatigheid. Het systeem lijkt dan wel goedkoper, maar men mag niet vergeten dat er momenteel een tekort is van 100.000 leerkrachten. De secretaris zet zijn visie kracht bij met een voorbeeld. In 2004 startten 1.2 miljoen kinderen in klas 1. In 2011 namen slechts 700.000 leerlingen deel aan het KCPE (Keny Certificate for Primary Education). Dat betekent dat een half miljoen leerlingen uitvielen. Van de 700.000 leerlingen die het einde van de lagere school wel haalden, gingen er bovendien 200.000 niet naar de secundaire school.
Een herziening van het systeem is noodzakelijk omdat het onderwijs gratis en verplicht is geworden en omdat de Teachers’ Service Commission volledige autonomie heeft gekregen. Prof. Kiyiapi vindt het jammer dat de discussie gereduceerd wordt tot 8-4-4 of 2-6-6-3. De mensen moeten het totaalplaatje voor ogen houden. De echte noden moeten aangekaart worden en daarna volgt de geschikte structuur vanzelf. Toch wil de secretaris dat er eerst een akkoord over de structuur komt en dat pas daarna de opdracht aan curriculumontwerpers wordt gegeven om geschikt materiaal te ontwerpen.
Prof. Kiyiapi begrijpt niet waarom de meeste leerkrachten tegen de hervorming zijn. Volgens de voorzitter van de KNUTT (Kenya National Union of Teachers) willen de leerkrachten gewoon betrokken worden in de beslissing. Nochtans zijn ze vertegenwoordigd in de werkgroep van experts. Sommigen maken zich zorgen over de kostprijs van de geplande hervorming. Prof Kiyiapi stelt duidelijk dat het financiële aspect hier geen punt van discussie is. Als men alle leerkrachten te werk stelt, en aan de gestelde eisen van bijzonder onderwijs voldoet, de financiële overheidssteun per kind in de lagere school tot 3,000 Ksh en in de middelbare school tot 20,000 Ksh verhoogt, de correcte verhouding tussen leerkrachten- en aantal leerlingenaantal respecteert, de infrastructuurvereisten naleeft en het onderwijs in alle lagen verplicht maakt, dan kan 8-4-4 zelfs duurder zijn. Volgens de prof is men gewoon geraakt aan middelmatigheid. Het systeem lijkt dan wel goedkoper, maar men mag niet vergeten dat er momenteel een tekort is van 100.000 leerkrachten. De secretaris zet zijn visie kracht bij met een voorbeeld. In 2004 startten 1.2 miljoen kinderen in klas 1. In 2011 namen slechts 700.000 leerlingen deel aan het KCPE (Keny Certificate for Primary Education). Dat betekent dat een half miljoen leerlingen uitvielen. Van de 700.000 leerlingen die het einde van de lagere school wel haalden, gingen er bovendien 200.000 niet naar de secundaire school.
Een herziening van het systeem is noodzakelijk omdat het onderwijs gratis en verplicht is geworden en omdat de Teachers’ Service Commission volledige autonomie heeft gekregen. Prof. Kiyiapi vindt het jammer dat de discussie gereduceerd wordt tot 8-4-4 of 2-6-6-3. De mensen moeten het totaalplaatje voor ogen houden. De echte noden moeten aangekaart worden en daarna volgt de geschikte structuur vanzelf. Toch wil de secretaris dat er eerst een akkoord over de structuur komt en dat pas daarna de opdracht aan curriculumontwerpers wordt gegeven om geschikt materiaal te ontwerpen.
In het nieuwe systeem worden de leerlingen nog steeds onderworpen aan nationale examens. Dat doet men om er zeker van te zijn dat de beoogde leerdoelen bereikt worden. Bovendien zullen de resultaten van klas 6 verrekend worden in de resultaten van de examens na Form 3 (het laatste jaar van het middelbaar). Dit geeft de leerlingen een tweede kans. Ziekte tijdens het KCPE zou dan immers geen ramp meer zijn. Bovendien biedt het nieuwe systeem meer kansen voor kinderen uit marginale gebieden. De verkorte schoolloopbaan biedt een uitweg aan kinderen die het risico lopen te moeten trouwen tijdens hun verblijf in de lagere school.
Plan to hire 10.000 teachers
Volgens het Education Sector Report moet de overheid dit jaar 10.000 nieuwe leerkrachten aanstellen. Vorig jaar, na een algemene staking van de leerkrachten, hebben de KNUTT en de Teachers Service Commission (TSC) afgesproken dat er de komende vijf jaar in totaal 50.000 nieuwe leerkrachten aan de slag gaan. Dat is nodig om tegemoet te komen aan het toenemend aantal leerlingen dat te wijten is aan de invoering van het gratis onderwijs en de onlangs uitgestelde einddata van de trimesters.
Wilson Sossion, voorzitter van de Kenyan National Union of Teachers (KNUTT), verwerpt het plan van de overheid en zegt dat de KNUTT 20.000 nieuwe leerkrachten per jaar heeft geëist. Volgens hem zijn er momenteel 19.360 lagere scholen en 6.178 hogere scholen die een totaal van 333.480 leerkrachten nodig hebben. Nochtans beschikken ze maar over 263.060 leerkrachten, waardoor er een tekort is van 70.420 leerkrachten. Vooral in plattelandsgebieden en onvruchtbare gebieden is het tekort nijpend. Sossion is niet van plan af te wijken van zijn standpunt. ‘Naast de vaste benoeming van een aantal leerkrachten en de aanwerving van 5.000 nieuwe leerkrachten in januari zijn er geen afspraken gemaakt over het aantal aanstellingen volgend jaar’, zegt hij.
De TSC mag van het ministerie van financiën geen nieuwe leerkrachten aanstellen omdat de huidige uitgaven onder controle moeten gehouden worden. Daardoor neemt het tekort aan leerkrachten steeds toe. Volgens het rapport heeft de TSC een tekort aan lonen voor de leerkrachten van 11.1 miljard Ksh. Dat tekort is deels te wijten aan de vaste benoeming van 18.060 leerkrachten (hogere lonen).
De nieuwe leerkrachten zouden over de verschillende regio’s verdeeld worden op basis van het aantal leerlingen. In welvarende regio’s moet er 1 leerkracht per 45 leerlingen zijn, op het platteland en in onvruchtbare gebieden 1 per 25. Dat er dringend een oplossing gezocht moet worden, mag duidelijk wezen. Het kan immers niet dat leerlingen die in het middelbaar afstuderen moeten wachten om naar de colleges of universiteiten te gaan omdat er een tekort aan leerkrachten is.
Wilson Sossion, voorzitter van de Kenyan National Union of Teachers (KNUTT), verwerpt het plan van de overheid en zegt dat de KNUTT 20.000 nieuwe leerkrachten per jaar heeft geëist. Volgens hem zijn er momenteel 19.360 lagere scholen en 6.178 hogere scholen die een totaal van 333.480 leerkrachten nodig hebben. Nochtans beschikken ze maar over 263.060 leerkrachten, waardoor er een tekort is van 70.420 leerkrachten. Vooral in plattelandsgebieden en onvruchtbare gebieden is het tekort nijpend. Sossion is niet van plan af te wijken van zijn standpunt. ‘Naast de vaste benoeming van een aantal leerkrachten en de aanwerving van 5.000 nieuwe leerkrachten in januari zijn er geen afspraken gemaakt over het aantal aanstellingen volgend jaar’, zegt hij.
De TSC mag van het ministerie van financiën geen nieuwe leerkrachten aanstellen omdat de huidige uitgaven onder controle moeten gehouden worden. Daardoor neemt het tekort aan leerkrachten steeds toe. Volgens het rapport heeft de TSC een tekort aan lonen voor de leerkrachten van 11.1 miljard Ksh. Dat tekort is deels te wijten aan de vaste benoeming van 18.060 leerkrachten (hogere lonen).
De nieuwe leerkrachten zouden over de verschillende regio’s verdeeld worden op basis van het aantal leerlingen. In welvarende regio’s moet er 1 leerkracht per 45 leerlingen zijn, op het platteland en in onvruchtbare gebieden 1 per 25. Dat er dringend een oplossing gezocht moet worden, mag duidelijk wezen. Het kan immers niet dat leerlingen die in het middelbaar afstuderen moeten wachten om naar de colleges of universiteiten te gaan omdat er een tekort aan leerkrachten is.
Bron: Saturday Nation